Als we aan het broedseizoen denken, dan denken we vaak alleen aan vogels. Maar wist je dat ook andere dieren, zoals reeën en damherten, in het voorjaar hun jongen krijgen? Het is belangrijk om te weten dat deze dieren hun rust hard nodig hebben tijdens deze periode.

Reeën en hun jongen

Reeën hebben hun bronsttijd in juli en augustus. Ze hebben een verlengde draagtijd, wat betekent dat de ongeboren vruchtjes zich pas later ontwikkelen, meestal in december. Reeën krijgen bijna altijd twee kalfjes. Hierdoor worden de reekalfjes eind mei geboren, als er veel voedsel is. Reekalfjes zijn bruin met witte stippen en krijgen later de bekende reebruine vacht.

De kalfjes liggen plat op de grond en zijn het grootste deel van de dag alleen. De reegeit, de moeder, gaat voedsel zoeken en komt een paar keer per dag terug om haar kalfjes te zogen. Na zes tot tien weken is de zoogtijd voorbij. Reekalfjes blijven bij de moeder tot ze ongeveer een jaar oud zijn.

Damherten en hun jongen

Damherten hebben hun bronsttijd in oktober. Tussen mei en juli wordt één kalf geboren, heel soms twee. Het hertenkalf heeft hetzelfde kleurenpatroon als volwassen dieren. In de eerste weken houdt het kalf zich verscholen tussen de vegetatie zoals hoog gras, bomen en struiken, maar het kan zijn moeder al snel volgen. Na twaalf weken trekt het grazend met de moeder mee, maar wordt af en toe nog gezoogd. Na vijf tot tien maanden wordt het jong gespeend.

Belangrijk: Niet Storen

Als je een jong ree of hert alleen tegenkomt, is het heel belangrijk om het niet aan te raken en afstand te houden. Het kalfje is niet verlaten en de moeder komt weer terug. Als het jonge dier te veel naar mens ruikt, kan de moeder het verstoten. Geef de dieren de rust en ruimte die ze nodig hebben om hun jongen groot te brengen.

Tekst: Jowien van der Vegte, boswachter Natuurmonumenten