Blog: Silas en de wolf

Selma Noort

Zoals veel Nederlanders spits ik mijn oren als er weer nieuws is over ‘de terugkeer van de wolf’ want de wolf spreekt al vanaf mijn kindertijd tot mijn verbeelding en is dat blijven doen.

Zoals veel kleuters kreeg ik sprookjes voorgelezen waarin de wolf een belangrijke rol speelde, en toen ik het lezen eenmaal machtig was en fanatiek boeken in de Leidse kinderbibliotheek leende, kon ik mijn geluk niet op als ik een boek vond waar een wolf in voorkwam. Verhalen over wolven waren immers altijd spannend en speelden zich vaak af in een koud land waar het prachtig sneeuwde, waar ijspegels glinsterden in zon en waar de mensen arm waren. Een boekenland waar het leven moeilijk, zielig en spannend, maar overzichtelijk leek. Het ging om onderdak vinden in een houten huis of schuur, een vuur om je bij te warmen, een rendier die haar warme adem in witte wolkjes uitblies en moederlijk toeliet dat de hoofdpersoon haar hongerige, koude kinderlijfje tegen haar flank vleide om te delen in haar warmte. Of over die wolf die een verscheurend dier was, behalve voor dat ene kind, de hoofdpersoon. Daar paste die wolf op, daar vocht hij voor, dat was zijn mensenvriend. Mijn mensenvriend, mijn speciale vriend… want als ik las werd ik die hoofdpersoon, liep ik door de sneeuw, en sloeg ik mijn armen om de nek van de wolf…

Als jeugdboekenschrijfster bezoek ik met grote regelmaat basisscholen om over mijn werk te vertellen. Naar aanleiding van mijn boek Silas en de wolf praat ik met kinderen over de terugkeer van de wolf in Nederland, over het standpunt van schapenhouders, en over jagen en jagers. In de randstad kom ik eigenlijk nooit een kind tegen die een jager kent. Kom ik echter op een basisschool in bijvoorbeeld Twente en vraag ik of de kinderen iemand kennen die jaagt, dan gaan er per klas zo’n zeven (aarzelende) vingers omhoog. Ze kennen een jagende opa, een jagende bakker, een jagende buurvrouw.

‘Zijn dat slechte mensen dan?’ Verontwaardigd: ‘Nee, natuurlijk niet.’ ‘Zouden zij schieten op een wolf?’ ‘Nee…’ Er wordt getwijfeld. ‘Nee toch?’ ‘Waarom eigenlijk niet?’ ‘Daar zijn er maar weinig van, hè?’ ‘Nee! Ze zijn beschermd!’ Een discussie volgt dat over wat dit betekent, een beschermd dier.
Natuurlijk heb ik prachtige foto’s van wolven op het digibord en als ik vraag wie een verhaal kent waar wolven in voorkomen, kennen alle kinderen er wel een.

Tot besluit lees ik een stukje voor uit Silas en de wolf. Voor ik wegga komen de kinderen een handtekening halen op een kaart van het omslag. Ze praten opgewonden. Een jongen zit het mooie omslag van Martijn van der Linden al na te tekenen. Hij kon bijna niet geloven dat het een tekening was, en geen foto. Als ik afscheid neem geef ik de leerkracht nog een paar voorleestips: Gordijnen dicht, licht uit, alleen twee kaarsjes aan, en ssst – voorlezen. Laat de kinderen door de sneeuw het bos in lopen, het land in waar de wilde wolven zijn…’

Foto's en tekst: Selma Noort

Silas en de wolf, Uitgeverij Leopold – vanaf 8 jaar.
www.selmanoort.nl