Bruggenbouwers

Mieren zijn de beste bruggenbouwers. Een mierenbrug lijkt een ingewikkelde constructie, maar de basisregels zijn simpel. Als ze achter elkaar aan lopen en de eerste bij een kloof komt, dan stopt hij. De volgende loopt over hem heen en stopt ook bij de kloof, en zo verder, totdat de overkant bereikt is.

Twee regels zijn hierbij belangrijk: Regel 1: Verroer je niet zodra er iemand over je heen loopt. Regel 2: Wanneer het verkeer over je rug afgelopen is, mag je weer bewegen. De laatste mier loopt dan heel snel over zijn voorganger, waardoor het eruit ziet als een touwladder die zichzelf oprolt.

Zo kan er binnen enkele seconden een brug ontstaan én weer verdwijnen.

Onderzoekers willen robots zo ver zien te krijgen dat ze net zo goed met elkaar gaan samenwerken. Bijvoorbeeld tijdens verkenningsmissies, reddingsoperaties of om een gat in een dijk te dichten.

Je geurantennes achterna

In een mierenkolonie kunnen ze met z’n tienduizenden tegelijk samenleven. Elke mier weet precies wat hem of haar te doen staat. De communicatie verloopt via hun antennes en via geurstoffen, zogenaamde feromonen. Zo leggen ze geursporen aan naar voedselbronnen. Je herkent het wel, het begint met één mier in de keuken en even later heb je de halve kolonie op het aanrecht. Hoe meer mieren over het spoor lopen, des te meer geursporen worden afgegeven. En is het voedsel op, dan verdampt de geur weer. Er zijn ook negatieve geursporen, waaruit de collega-mieren kunnen aflezen dat ze daar niet naartoe hoeven.

 

Mierensnelweg

Op de mierensnelweg is nooit file. Hoe komt dat? Ze halen niet in. Ze blijven naast elkaar of achter elkaar en ze maken met elkaar een versnelling, als dat nodig is. Wij mensen denken op de weg aan onszelf, in plaats van aan de hele groep die ergens moet komen. Botsen doen mieren wel, maar ze kunnen tegen een stootje.

Uitvindingen

Ingenieurs hebben goed naar het gedrag van mieren gekeken en met dit idee zoekmachines op internet en routeplanners sneller en beter gemaakt. Ook gebruiken onderzoekers van de Universiteit van Dresden de looplijnen van mieren als voorbeeld om fileproblemen aan te pakken. En ze denken na over de auto van de toekomst: zelfrijdende auto’s zonder uitlaatgassen, die met elkaar communiceren zoals mieren dat doen.

 

Mierensterk


Probeer eens vijftig vrienden boven je hoofd te tillen... Dat doet denken aan Pippi Langkous, met haar wonderkrachten. Mieren zijn écht zulke krachtpatsers. Je ziet ze wel eens met iets groots sjouwen, alleen of met z’n allen. Een mier kan met gemak 25 keer zijn eigen gewicht dragen. Sommige soorten zelfs 50 keer. Dat hoeven wij niet te proberen. Maar wij hebben dan ook niet zo’n nek als mieren.

Die zit heel slim in elkaar, met zachte delen die een speciale verbinding hebben met het harde, uitwendige skelet van hoofd en lichaam. De overgang tussen hard en zacht is geleidelijk, wat deze extra soepel en toch sterk maakt. Je kunt het vergelijken met in elkaar gevouwen handen. Een mooi voorbeeld voor robotmakers.

 

Beeld: Flickr.com Tekst: Elvira Werkman